Dinsdagavond 22 februari 2022.
In het grote repetitielokaal in de kelder van Rockacademie hebben zich 10 studenten, een alumnus en een docent van Rockacademie (ikzelf) verzameld voor een workshop art-based learning met muziek. De meeste studenten hebben geen idee wat ze die avond precies gaan doen. Ik wel, ik ben vooral benieuwd naar de reacties en bevindingen van de deelnemers. Ik hoop natuurlijk dat deze avond deze groep een waardevolle ervaring zal brengen. Er hangt een fijn soort spanning in de lucht. Tenminste, zo ervaar ik het. De studenten kennen de ruimte. In deze kelder krijgen hun creatieve ideeën concrete vorm, zoals die van mij hier ook al vaak de ruimte gevuld hebben. Ze kennen mij ook goed. Ik had, op de alumnus na, elk van hen al eens in mijn muziektheorieles. Voor zover ik kan inschatten voelt iedereen zich bijzonder op zijn gemak vanavond.
Ik open de avond, dank iedereen voor hun aanwezigheid en begin met mijn inleiding over art-based learning. Ik vertel over Jeroen Lutters en het idee dat kunstwerken zoveel meer zijn dan iets moois voor aan de muur. Ik merk dat dit steeds makkelijker gaat, ik vertelde dit inmiddels al vaker. En ook ik voel me op mijn gemak bij deze mensen in deze ruimte. Ik krijg bevestigende blikken en knikjes. Fijn, de deelnemers snappen waar ik naar toe wil.
Ik introduceer de eerste fase van art-based learning. Het is de bedoeling dat iedereen straks een betekenisvolle, persoonlijke vraag voor zichzelf gaat formuleren. Wat houdt jou op dit moment bezig? Wat gaat er op dit moment diep van binnen in jou om? Een persoonlijk vraagstuk of dilemma? Studie? Werk? Mondiale vraagstukken? De deelnemers hebben niet meer aanwijzingen nodig. Ze krijgen tien minuten om te schrijven en de meeste beginnen dat direct driftig te doen, terwijl anderen juist in gedachten verzinken. Na tien minuten bespreken we kort hoe dit ging, zonder de vragen met elkaar te delen. Gedurende de hele workshop hoeft niemand iets inhoudelijks te delen met iemand anders. Dat zou het intuïtieve karakter van de sessie alleen maar in de weg zitten. Niks moet, alles is goed.
De vragen gaan opzij. Ze worden van het klembord gehaald en opgevouwen. Het is tijd voor muziek! De afgelopen maanden werkte ik met vier musici uit verschillende muzikale hoeken aan muziek voor deze workshop. Dat alleen al was een bijzonder traject. Het is geweldig om deze muziek nu met zoveel aandacht te benaderen. We luisteren alle vijf stukken in één keer achter elkaar door. Straks gaat elke deelnemer individueel met één stuk verder de workshop in. Laat het maar gewoon op je afkomen, je zult merken dat er één stuk is dat je meer roept dan de anderen, laat je maar kiezen door het muziekstuk. Op vol volume speel ik de muziek af, de ruimte vult zich met klank. Geconcentreerd worden de stukken beluisterd. Ik zie elf mensen met hun ogen dicht, zacht wiegend op de muziek. Soms een klein glimlachje bij een bepaald akkoord. Soms een knikje bij een bepaalde wending. Geweldig om te zien.
Dan fase twee: sprekende objecten. De objecten zijn in dit geval muziekstukken. Nu gaat ieder zijn eigen weg. De deelnemers hebben allemaal een telefoon en een hoofdtelefoon bij en de muziek staat online. Nadat iedereen de muziek heeft gevonden introduceer ik de volgende stap. Deze luisterronde zou men close listening kunnen noemen. Wat hoor je nu eigenlijk? Zo objectief mogelijk luisteren, zonder betekenis te willen geven. De muziek is aan het woord. Wat valt je op? Welke details springen eruit? Dat volle akkoord? Of juist die net niet zuivere toon? De deelnemers proberen vast te leggen wat er precies op ze afkomt. Sommigen schrijven, anderen maken grafische notaties. De muziek wordt grondig onderzocht. Vervolgens bespreken we weer even kort hoe dat ging. De meeste deelnemers zijn wel gewend om muziek op deze manier te bestuderen. Sommigen vinden het echter toch nog niet zo gemakkelijk om er niet meteen van alles bij te voelen en zich mee te laten slepen.
Want dat past meer bij de derde fase: mogelijke werelden. Laat je nu maar meevoeren door de muziek. In wat voor een wereld kom je dan uit? Wat ervaar je daar, in die fictieve werkelijkheid tussen jou en het muziekstuk. Wat komt er allemaal in je op? Welke associaties, emoties, gedachtes, ideeën of herinneringen? Schrijf en teken maar alles op wat er in je op komt. De kleurpotloden worden, zoals inmiddels gebruikelijk in deze workshops, door veel deelnemers intensief gebruikt. Op de volgende pagina’s van dit boekje zie je dat terug. De 25 minuten die ik voor dit onderdeel gereserveerd heb vliegen voorbij. En aangezien iedereen dan nog verzonken lijkt, worden het er 30. Dan 35.
Dan is het echt tijd om naar de laatste fase te gaan. Ik vraag weer even om de aandacht en merk dat veel deelnemers echt weer even terug moeten komen uit hun mogelijke wereld. Nadat iedereen geland is introduceer ik de vierde fase: verhalen vertellen. Als eerste gaan we proberen om betekenis te geven aan wat in de eerste drie fases voorbijkwam. Dus iedereen neemt de vraag uit het begin van de workshop erbij. Heeft de ontmoeting met het muziekstuk jou dichter tot een antwoord gebracht? Of misschien eerder tot een herformulering, of blijkt de vraag helemaal niet zo relevant? Of zie je op dit moment helemaal geen verband?
Vervolgens proberen de deelnemers hun ervaringen vorm te geven in een nieuw, eigen verhaal. Ze proberen tot iets creatiefs te komen. Ik heb in de afgelopen workshops al gemerkt dat dat verhaal vele vormen aan kan nemen. Een stuk tekst, een gedicht of een tekening. Maar ook een aanzet tot een theaterstuk en een choreografie kwamen voorbij. Het mag ook een rudimentaire formulering van een idee zijn, we hebben tenslotte niet veel tijd. Na een kwartier geef ik de opdracht om het af te ronden.
De laatste stap is het reflecteren in tweetallen. Veel deelnemers uit vorige workshops gaven aan dat dit een hele waardevolle stap is. Het kan nog meer betekenis geven aan het proces en niet zelden is het een ingang tot een verdiepend en persoonlijk gesprek. Deze keer is er een oneven aantal deelnemers, dus ik bied aan om met één van hen het gesprek aan te gaan. Dat aanbod wordt direct door iemand aangenomen. Een student die ik momenteel ook in de klas heb. Er volgt inderdaad een mooi en verdiepend gesprek. Deze student had een aantal vragen geformuleerd om uiteindelijk te komen tot: “Wat is voor mij op dit moment het beste antwoord op hoe gaat het?” We hebben een gesprek over hoe gaat het, wat soms een lastige of zelfs ongemakkelijke vraag kan zijn, meestal eerder bedoeld als een groet. We hebben het ook over hoe het daadwerkelijk met deze student gaat. Ook spreken we over de workshop en art-based learning in het algemeen. Ondertussen zijn alle anderen ook druk in gesprek. Het enthousiasme is voelbaar, men wil graag met elkaar delen. Het is dat de tijd op is, anders zou dit gemakkelijk gaande kunnen blijven.
Ik sluit af en vraag om een korte terugkoppeling. Er volgen veel enthousiaste, bemoedigende en bevestigende reacties en een gesprek over hoe dit ingezet zou kunnen worden in de opleiding. Een vierdejaars studente geeft aan dat dit voor al haar klasgenoten goed zou zijn. Velen worstelen met het plezier in muziek, of eerder het verlies daarvan. Ze denkt dat deze workshop iets positiefs in dat vraagstuk zou kunnen bijdragen. Een andere vierdejaars student merkt op dat hij het heel fijn vond om even niet analytisch te luisteren en alle muziektechnische elementen direct te willen begrijpen, maar gewoon even te luisteren, te voelen en weg te dromen. Een eerstejaars student geeft aan dat hij het toch ook wel moeilijk vond om die technische manier van luisteren los te laten. Dat heb ik al vaker gehoord. Volgens mij geeft dat juist aan dat het goed is om dit soort sessies te doen. Muziek is tenslotte zoveel meer dan dat wat men kan vangen in technische analyses. Een derdejaars student stelt voor om dit vaker te doen. Hoe dat precies structurele vorm zou moeten krijgen weet hij niet, maar twee keer per jaar zou al goed kunnen werken. Het heeft hem althans een aantal waardevolle creatieve ingevingen gegeven. Iets dat hij al een tijdje kwijt was.
De twee uur die ik voorzien had zijn inmiddels ruimschoots voorbij. Ik geef aan dat ik later per mail een feedbackformulier zal sturen en dank de deelnemers nogmaals voor hun aanwezigheid en toegewijde aandacht. Het applaus dat volgt is een warme afsluiter van deze bijzondere avond.
De volgende ochtend ontvang ik direct een bericht van de vierdejaars studente. Spijkers met koppen. Op haar verzoek plannen we meteen een nieuwe workshop. Niet veel later kijk ik op Instagram naar de foto hieronder en denk ik: ik zit op een goed spoor.

